Voice

Het schandaal rondom The Voice of Holland kan je niet ontgaan zijn. De hitshow is voorlopig stopgezet, terwijl de opnames tot de halve finale al klaar zijn, wegens vermeend seksueel grensoverschrijdend gedrag van enkele medewerkers, waaronder een handjevol BN’ers. In deze editie van Bonen in de pot een aantal reacties waarbij ik me beperkt heb tot ons vakgebied!

Twintig jaar imago opgebouwd, nu verzand in schandaal

Afgelopen week kondigde RTL aan dat het de uitzendingen van The voice of Holland onmiddellijk stopzet omdat bandleider Jeroen Rietbergen beschuldigd wordt van seksueel wangedrag. Ook tegen rapper en coach Ali B van The Voice of Holland is aangifte gedaan vanwege grensoverschrijdend gedrag. Hij ontkent de beschuldigingen, maar zijn imago is hoe dan ook zwaar beschadigd.

Twee grote sponsoren

van The voice of Holland, T-Mobile en Lidl, besloten om zich terug te trekken nu er negatieve berichtgeving over het programma naar buiten is gekomen. “Een sponsor kan er niets aan doen dat er iets misloopt, maar als hij blijft sponsoren kan dat negatief afstralen op het merk”, zegt imagodeskundige Zabeth van Veen.

Een dag later besloten ook de sponsoren T-Mobile en Lidl om alle sponsoring “per direct” stop te zetten. T-Mobile zei dat het “alle mogelijke vormen van grensoverschrijdend gedrag afkeurt en hier nadrukkelijk afstand van neemt”. Lidl wacht het onderzoek af voor het met een verklaring komt.

Imago-experts steunen besluit van The Voice-sponsoren om te stoppen

“Je koopt geen producten van een merk waar een rafelrandje aan hangt.” Imagodeskundigen denken dat beide bedrijven een goed besluit hebben genomen. “Het is niet zo dat er plots veel minder mensen hun boodschappen bij de Lidl zullen gaan doen, maar op langere termijn kan zoiets wel problematisch worden”, zegt Bart Maussen, die imagoadvies geeft aan bedrijven.

Maar is het wel zo slim om op die manier naar buiten te treden en daarmee je merk aan negatief nieuws te koppelen? Zabeth van Veen denkt dat dat ook positief kan uitpakken. “Daarmee laat een merk zien dat het zich afzet tegen wangedrag en daardoor gaan mensen het bedrijf misschien net wat meer waarderen.”